150km van Shanghai ligt een stad die zich toelegt op de textielproductie. Daar worden jonge arbeiders in hun dagelijkse werk gevolgd.
Youth (Spring) is door Rick Schuttinga op 21 oktober 2023 beoordeeld met een 8 / 10.
Youth (Spring) is een Chinese documentaire van maar liefst 3,5 uur. Dat kan een reden zijn om de film links te laten liggen, maar het mag geen argument zijn, daarvoor is het onderwerp te boeiend.
Filmmaker Wang Bing mag samen met vijf anderen tussen 2014-2019 het leven vastleggen van textielwerkers. Als documentaire is Youth (Spring) helemaal niet bijzonder omdat het niets anders doet dan een camera richten en opnemen; geen extra's, geen mooie composities of verdiepende verhaallijnen. Meer slice of life dan Youth krijg je het niet.
‘Iedereen die hier klaagt moet verplicht kijken, want dan zul je ze niet meer horen.’
De lange opnameperiode verklaart ook de lange speelduur van de film. Youth (Spring) had ook in anderhalf tot twee uur vertelt kunnen worden zonder in te leveren op effect. Toch blijft de docu boeien en voel je niet de behoefte om door te spoelen. Je blijft geïntrigeerd kijken en vergeet de tijd.
Wang Bing maakt ook geen verhalen van de textielwerkers. Hij geeft de groep van 16- tot 24-jarigen hun naam mee en de regio waar ze vandaan komen, maar volgt hen persoonlijk verder niet. We volgen steeds weer een ander, iets wat goed samenkomt als één geheel.
Het is werken, slapen, eten, herhalen. En dan vooral heel veel werken, een beetje slapen, tussendoor snel eten met weinig vrije tijd. Het is natuurlijk de vraag of Wang Bing je alles laat zien, maar het leven in één van de meer dan honderd shops op 'Happiness Road' (de ironie) is wel wat Youth boeiend maakt. Tijdens het werken in tl-verlichte ruimtes, daar waar naaimachines continu ratelen, daar praten de jonge werkers liefdeloos over relaties, trouwen en het al dan niet houden van ongeboren baby's.
De shops, slaapzalen, eettentjes en de openbare omgeving: alles is rommelig, vies en beschadigd; maar niet kapot, want alles werkt gewoon, net als de keihard werkende mensen zelf. De werkplek is een vuilnisbelt, met ergens daartussen de kledingstukken die gemaakt worden. Is een onderdeel af dan gooi je het op de grond. Die grote stapel wordt daarna opgeraapt en al hink-stap-sprong weggebracht. En wat te doen met een gigantische zak afval die overblijft? Die gooi je over het balkon naar beneden op straat. Je weet niet wat je ziet.
Als de textielwerkers werken dan gaat het zo snel dat het soms versneld lijkt afgespeeld. Ze krijgen dan ook niet betaald voor tijd, maar voor de aantallen die ze produceren. Het is beknellend, stressvol en deprimerend om naar te kijken. De kledingstukken worden in elkaar geramd, zonder liefde voor het product of een hoogwaardig eindresultaat als doel. En waarom zouden ze? Ze verdienen een habbekrats per item.
De één heeft het over 12-18 Yuan per kledingstuk, een ander over 300 Yuan per dag en iemand zegt in twee maanden tijd 20.000 Yuan te hebben verdiend. Gemiddeld krijgt iemand die 3.000 kledingstukken maakt 30.000 Yuan. Een ervaren snelle werker vertelt dat ze voor 4.751 stuks 37.000 Yuan heeft gekregen, zij maakt dus minimaal 13 kledingstukken per dag en heeft dan in een jaar geen dag vrij, daarvoor krijgt ze 4.770 Euro, oftewel 1 Euro per kledingstuk. Nu is de waarde van een Euro anders in China dan in Europa, maar het zet te denken.
De bijbehorende staking, overleggen, discussies en onderhandelingen met de shopeigenaar over de verdiensten zijn daardoor onwijs boeiend. En daar gaan ze, de harde werkers met hun bundels papiergeld.
Wat Youth (Spring) toont dat wil je zien: de mens achter de kledingindustrie. Geen sweatshops, maar wel leven dat compleet anders is dan je als Europeaan gewend bent. Een wereld waar je je nauwelijks een voorstelling van kunt maken. Iedereen die hier klaagt moet verplicht deze documentaire kijken, want dan zul je ze niet meer horen.