Ondanks de tegenwerking van Paul Krempe (Robert Urquhart) lukt het Victor Frankenstein (Peter Cushing) om een dood lichaam terug tot leven te wekken. Hij heeft echter niet gerekend op het agressieve karakter van zijn creatie (Christopher Lee).
The Curse of Frankenstein is door Vince Christiaans op 31 oktober 2021 beoordeeld met een 8,5 / 10.
In de jaren '50 werd het horrorgenre vooral geassocieerd met de monsterfilms van Universal Studios uit de jaren dertig. In deze zwartwit-klassiekers jaagden acteurs als Boris Karloff en Bela Lugosi het publiek de stuipen op het lijf. Jaren later stuitte het Britse productiehuis Hammer op het idee om mensen opnieuw te laten griezelen, maar dit keer in kleur.
Volgens Hammer was het horrorgenre klaar voor een nieuw tijdperk. Wat volgde was een reeks horrorfilms vol felrood bloed en sex appeal. Voor hun eerste project kozen ze Mary Shelley's klassieke verhaal en combineerden ze meteen de drie namen die nog steeds onlosmakelijk zijn verbonden met Hammer: regisseur Terence Fisher en acteurs Peter Cushing en Christopher Lee.
‘Dit is een griezelfilm die zijn uiterste houdbaarheidsdatum nog lang niet heeft bereikt.’
In tegenstelling tot Universals Frankenstein-films richt The Curse of Frankenstein zich op de schepper in plaats van het monster. Dit pakte goed uit, want Peter Cushing is fantastisch als Victor Frankenstein. Zijn opmerkelijke verschijning en moeiteloze omgang met technische dialogen maakt hem tot een schurk die je maar al te graag haat. Hij is de slimste man op het scherm, maar tevens degene met de minste scrupules.
Hammers Frankenstein is dan ook anders dan de ellendeling die Mary Shelley voor ogen had. Shelley's personage was een nieuwsgierige wetenschapper die meteen spijt had van zijn creatie, terwijl Cushing hem portretteert als een hyperintelligente antiheld die alleen maar vastberadener wordt naar mate de lijken zich opstapelen. Hij zet het zelfs op een moorden om zijn ambities te vervullen.
Dit alles onder het lijdzame oog van zijn mentor Paul Krempe (Robert Urquhart), die zich steeds meer zorgen maakt om de veiligheid van Frankensteins verloofde Elizabeth (Hazel Court). Ondertussen brengt Victor steeds meer tijd door met zijn gruwelijke creatie. Christopher Lee speelt dit monster als een marionet die door onzichtbare touwtjes tot bewegen wordt gebracht.
Mede door zijn vertolking van de titulaire vampier in Hammers The Horror of Dracula (1959) wordt Lee's acteerprestatie in The Curse of Frankenstein vaak vergeten. Toch is zijn spel zeer effectief. Zijn lange gestalte maakt het monster tot een meelijwekkende slungel die afgezien van zijn gewelddadige impulsen toch het grootste slachtoffer is van Frankensteins meedogenloze acties.
Ondanks de lugubere details wordt het geheel zeer schilderachtig in beeld gebracht. Door de sierlijke sets en locaties voelt de film bijna als een toneelstuk. Daarnaast zorgt het gevoel voor humor van regisseur Terence Fisher ervoor dat de sfeer nooit te grimmig wordt. Het is opmerkelijk hoe moeiteloos The Curse of Frankenstein de toon wist te zetten voor alle volgende horrorfilms van Hammer.
Uiteindelijk volgden de Frankenstein-sequels een interessanter traject dan de Dracula-films van Hammer. Terwijl Christopher Lee in zijn vampierkloffie niets anders mocht doen dan eng kijken, kon Cushing de meest extravagante toeren uithalen als de dynamische Baron Frankenstein. Hij speelde de rol in maar liefst vijf vervolgen van afwisselende kwaliteit, maar altijd maakte Cushings performance de films het kijken waard.
Na meer dan vijftig jaar is The Curse of Frankenstein niet meer zo angstaanjagend als vroeger, maar de film is zijn charme nog altijd niet verloren. In iets minder dan anderhalf uur laten Terence Fisher, Peter Cushing en Christopher Lee je wegzinken in een sfeervol verhaal dat vooral tijdens deze donkere herfstdagen heerlijk vertier oplevert. Dit is een griezelfilm die zijn uiterste houdbaarheidsdatum nog lang niet heeft bereikt.