De vakantie van James Bond (Daniel Craig) en Madeleine Swann (Léa Seydoux) wordt ruw verstoord wanneer agenten van de criminele organisatie SPECTRE toeslaan.
No Time to Die is door Vince Christiaans op 8 oktober 2021 beoordeeld met een 7,5 / 10.
Na vijftien jaar is Daniel Craig aan het einde gekomen van zijn aanstelling als James Bond. Het was al lang duidelijk dat het spionnenpak begon te wringen en dat Craig zijn strot wel vol had van al die Vodka Martini's. Men kan zich zijn ergernis dan ook goed voorstellen toen de release van zijn laatste Bond-film keer op keer werd uitgesteld door toedoen van de coronapandemie.
Maar is Daniel Craig's zwanenzang het wachten waard? Het eerlijke antwoord is: ja en nee. Helaas verspilt No Time To Die veel speeltijd aan het oplossen van de verhaallijnen uit zijn beroerde voorganger Spectre (2015). De film opent sterk met een horrorscène waarin de nieuwe badguy Lyutsifer Safin* (Rami Malek) zijn entree maakt, maar vervolgens moet hij plaats maken voor de oude schurk Blofeld (Christoph Waltz).
* De James Bond-traditie van schurken met malle namen wordt ook hier weer deftig voortgezet.
Ondanks deze zwaktes valt No Time To Die toch in de smaak. In Casino Royale (2006) werd duidelijk dat Daniel Craig een menselijke Bond wilde zijn. Gedurende de opvolgende films werd dit thema steevast voortgezet, maar dit slotstuk zet de puntjes op de i. Lezers die de film nog niet hebben gezien kunnen nu beter stoppen met lezen, want vanaf de volgende alinea is er kans op spoilers.
Als geheel is No Time To Die een verrassend luchtige kijkervaring. Craig mag soms zelfs zijn innerlijke Roger Moore laten schijnen met een aantal humoristische oneliners. Pas halverwege wordt Safins meesterplan duidelijk en duikt regisseur Cary Fukunaga de duisternis in. Door middel van een legertje nanobots is de ouwe gifmenger in staat om personen te selecteren en te doden op basis van hun DNA in een soort georkestreerde epidemie.
In het licht van de afgelopen twee jaar is dit subplot bijna vooruitziend te noemen. Gelukkig worden we voorzien van een sprankje hoop in de vorm van de kleine Mathilde (Lisa-Dorah Sonnet). Ondanks zijn losse zeden is het Bond nu pas gelukt om een nazaat te verwekken. In de handen van een mindere regisseur had deze ontwikkeling makkelijk tot ergernis kunnen leiden, maar verrassend genoeg is dit het meest innemende element uit de film.
Door deze zonderlinge keuze wordt No Time To Die gered van de middelmaat. De koele spion verandert plots in een zorgzame vader en zodoende wordt het thema van een kwetsbare James Bond nogmaals onderstreept. In de noodlottige finale wordt de lijn doorgetrokken tot zijn natuurlijke conclusie. Craigs doel om een unieke Bond neer te zetten is bij dezen definitief behaald.
Het geheel is meer dan de som der delen, zullen we maar zeggen. No Time To Die heeft een matig plot, niet één maar twee teleurstellende bad guys en er zijn (buiten de bovengenoemde ontwikkelingen) weinig memorabele momenten te bespeuren. Natuurlijk zit ook deze Bond-film boordevol knallende actie en prachtige locaties, maar het zijn de emotionele hoogtepunten die ervoor zorgen dat Daniel Craigs tijd als 007 niet in mineur eindigt.
Te zien op Prime Video, Pathé Thuis en Videoland