Na de moord op zijn vader hertog Leto Atreides (Jürgen Prochnow) gaat Paul (Kyle MacLachlan) de strijd aan om de woestijnplaneet Arrakis; de bron van een felbegeerde grondstof die de machtsverhoudingen in het universum bepaalt.
Dune is door Vince Christiaans op 27 februari 2024 beoordeeld met een 6,5 / 10.
Binnenkort verschijnt Dune: Part Two; het tweede deel in Denis Villeneuves verfilming van Frank Herberts sciencefictionepos. Dankzij de kwaliteit van het eerste deel is er weinig reden om nerveus te zijn over het vervolg. Toch is het gemak waarmee Villeneuve dit verhaal op beeld tovert allesbehalve vanzelfsprekend, getuige de waslijst aan filmmakers die hun tanden op deze pil hebben stukgebeten.
Sinds de publicatie in 1965 zijn er verschillende pogingen gedaan om Dune op het witte doek te krijgen, maar zelfs voor regisseurs als Alejandro Jodorowsky en Ridley Scott bleek de uitdaging te groot. Totdat er in 1981 iets speciaals gebeurde. Via de Italiaanse B-filmproducent Dino De Laurentiis viel het project in handen van de arthouse-regisseur David Lynch.
‘David Lynch' versie van Dune blijft een betoverende misser.’
Deze jonge filmmaker dankte zijn faam aan het macabere Eraserhead (1977) en de biopic The Elephant Man (1980). Op de een of andere manier zag De Laurentiis een verband tussen de nachtmerrieachtige werken van Lynch en de toekomstvisie van Frank Herbert. Dat deze puzzelstukjes amper in elkaar pasten leek voor iedereen duidelijk, behalve voor Dino.
De chaotische productie die volgde maakte Dune tot één van de meest fameuze missers in het sciencefictiongenre. De film werd haast universeel verguist en tot de dag van vandaag noemt David Lynch dit project de grootste teleurstelling van zijn carrière. Ondanks het ruwe ontvangst blijft deze versie doorleven, zelfs de recente films van Denis Villeneuve hebben het origineel niet overbodig gemaakt. Sterker nog, de charme van Lynch zijn interpretatie is door de jaren heen alleen maar gegroeid.
Deze charme is vooral te danken aan de look van de film, want als Dune (1984) ergens in uitblinkt dan is het wel production design. Lynch zijn visie is vaak adembenemend en soms regelrecht bizar. De sets en kostuums zien er prachtig uit, terwijl personages als de Guild Navigator en Baron Harkonnen ervoor zorgen dat je je filmsnack liever even links laat liggen. Smaakvoller is de muzikale ondersteuning van Brian Eno, wiens bovennatuurlijke klanken helaas beperkt blijven tot één stuk. De rest van de soundtrack is verrassend genoeg afkomstig van de softrockband Toto.
Natuurlijk belooft een sciencefictionfilm op de schaal van Dune een groot aantal special effects, maar door het beperkte budget en de rommelige productie is dit een verwachting waar de filmmakers zelden aan kunnen voldoen. Hoewel de effecten altijd ambitieus worden opgezet zijn de eindresultaten van wisselende kwaliteit. Nu staat Lynch bekend om zijn liefde voor houterige effecten, dus wat dat betreft sluit Dune prima aan op zijn zonderlinge stijl. Alleen de iconische zandwormen zien er alsnog overtuigend uit.
Als audiovisueel project kun je Dune zeker bijzonder noemen, maar als boekverfilming is het een fundamentele misser. In tegenstelling tot het simpele goed-versus-slecht scenario van Star Wars (1977) speelt Dune zich af in een universum vol politieke intrige, handelsoorlogen en religieuze revoluties. In navolging van Star Wars begint ook Dune met een infodump om de kijker op de hoogte te brengen van de status quo. Helaas is deze monoloog door Virginia Madsen zo onduidelijk geschreven dat het meer vragen oproept dan de film kan beantwoorden.
Vervolgens gebeurt er weinig om de kijker gerust te stellen. Voordat het plot boven water komt overdondert de film je met een parade aan exotische termen, personages en locaties. Zelfs de filmmakers lijken weinig vertrouwen te hebben in hun vermogen om het verhaal visueel te vertellen. Daarom zijn de gedachten van de verschillende personages in haast elke scène hardop te horen als voice-overs. Ook deze poging het plot te verhelderen werkt averechts en haalt alle vaart uit de film.
Lynch lost de verhaaltechnische strubbelingen gedeeltelijk op door gebruik te maken van een zorgvuldig gekozen cast. In een oogopslag weet je welke plek spelers als Jürgen Prochnow, Siân Phillips, Max von Sydow, Brad Dourif en zelfs Sting in het verhaal innemen. Hun gezichten doen meer dan het halve werk. In tegenstelling tot zijn mede-acteurs is de jonge hoofdrolspeler Kyle MacLachlan vrij stroef, maar gaandeweg groeit hij in zijn rol als Dune's dubieuze Messias. De meest memorabele verschijning blijft echter Kenneth McMillan als Baron Harkonnen. Een misselijkmakende schurk die gillend en gierend door de film zwiert.
Helaas heeft David Lynch nooit de kans gekregen om Dune naar zijn zin af te maken. Tijdens de laatste fase van de productie namen Dino De Laurentiis en Universal de montage van hem over om de speelduur binnen de perken te houden. We kunnen dus alleen maar gissen naar hoe Lynch' beoogde versie eruit had gezien. Wat resteert is een ambitieuze verfilming die de boodschap van het boek op bijna elk vlak ondermijnt en de kijker in verwarring achterlaat. Desondanks blijft Dune een betoverende misser. Net als op de woestijnplaneet Arrakis valt er tussen al dat zand toch nog wat waardevols te vinden.
Te zien op Pathé Thuis en Viaplay