Elly Conway schrijft spionageboeken en komt erachter dat haar fantasie meer op de werkelijkheid lijkt dan gedacht.
Argylle is door Jordy Gomes op 2 februari 2024 beoordeeld met een 4,5 / 10.
Tien jaar geleden bewonderde ik regisseur Matthew Vaughn enorm. Met films als Kick-Als (2010), X-Men: First Class (2011) en Kingsman: The Secret Service (2015) manifesteerde hij zich als een veelbelovend talent om in de gaten te houden. Na deze reeks successen concentreerde hij zich volledig op de wereld van Kingsman, met een vervolg en een prequel die niet het niveau van het origineel wisten te evenaren. De balans in toon leek steeds meer verloren te gaan, een probleem dat zich ook voordoet in zijn nieuwste film: Argylle.
Elly Conway, de geprezen auteur van de spionage-boekenreeks Argylle, komt in het vizier van een kwaadaardige organisatie wanneer geheime agent Aidan (Sam Rockwell) een aanslag op haar leven voorkomt. De organisatie blijkt Elly te achtervolgen vanwege het correct voorspellen van een aantal gebeurtenissen in haar boek. De opzet is veelbelovend, maar naarmate meer puzzelstukjes worden onthuld verdwijnt dit positieve gevoel geleidelijk.
‘Argylle raakt zo verstrikt in zijn plotwendingen dat het de grens van absurditeit overschrijdt.’
Het hoogtepunt van de film komt vrij vroeg; de actiescène in de trein. Hierin wordt slim gebruik gemaakt van de montage door te schakelen tussen de klungelige agent Aiden (Sam Rockwell) en de fictieve versie van agent Argylle (Henry Cavill), die Elly voortdurend voor ogen ziet. Dit resulteert in een aantal komische momenten, sterk overgebracht door de twee acteurs die geheimen agenten spelen.
Helaas raakt Argylle vervolgens zo verstrikt in zijn plotwendingen dat het de grens van absurditeit overschrijdt. Hoewel verrassingen gewenst zijn in een film, doet het overmatige gebruik van misleidende informatie en opeenvolgende plottwists afbreuk aan het fundament. Het plot wordt hierdoor onnodig ingewikkeld gemaakt, tot het punt waarop de uitkomst van het verhaal je niet meer boeit. Zelfs de actiescènes worden buitensporig in hun overdrevenheid, met het dans-schietgevecht én het schaatsen op olie als momenten waarbij je echt met je ogen gaat rollen.
Uiteindelijk ontaardt Argylle in een rommelige vertoning die vermakelijk begint en met een grote domper eindigt. De uitvoering is zeer oneven, net als de inconsistentie in toon die de film hanteert. Laten we hopen dat Matthew Vaughn met zijn volgende project de kwaliteit van weleer kan herstellen.